De ideale huishond en vriend

Hij mag misschien klein van gestalte zijn het karakter van de Norwich terrier is dat allesbehalve.

Door zijn onovertroffen moedige en vriendelijke karakter is hij de ideale huishond en vriend.

Zijn zeer alerte uitstraling maken hem niet enkel erg aantrekkelijk, maar ook gemakkelijk in huis te houden mits aangepaste beweging. Hun eigen wil en sterke karakter maakt de opvoeding er niet echt gemakkelijk op.

Je moet steeds rekening houden met hun wensen. Een zachte aanpak is dan ook aangeraden.

Zijn jachtinstinct is nog steeds diep ingebakken in zijn aard.

Voorvader Rags


De Norwich terrier vindt zijn oorsprong in de Groot Brittanie in de negentiende eeuw. Ze zijn een van de kleinste terriers. Frank Roughrider Jones fokte twee rassen, die later de Norfolk en de Norwich terrier werden genoemd.

De historie van beide rassen loopt dan ook tot 12 september 1964 identiek. Ze zijn ontstaan uit diverse terrierrassen. Jones kruiste Staffordshire, Bedlington en andere kleine rode terriers.

Hieruit onstond een prima werkhondje.

De kleine hondjes jaagden alleen of de groep op knaagdieren en op vossen. Jarenlang bestond er geen rasstandaard en de honden waren allerlei groottes en kleuren. In het oosten van Engeland kwamen er kleine terriers voor in allerlei tinten rood en black and tan. Er werd met deze kleine terriers gefokt omdat zij sportief en mooi waren, en een prettig werkkarakter hadden.

Het ras werd ook wel Trampingtonterrier genoemd. In deze straat in Cambridge woonde de bakker Mr. Jodmill Hopkins. Hij was de fokker van Rags, een van de hoekstenen van het ras. Rags was een rode ruwharige reu met een enorm speels karakter.


Norfolk en Norwich

Rags werd aan allerlei teven (diverse kruisingen) gepaard en gaf veelal zijn kleur, uiterlijk en karakter door. De heer Frank Jones kocht de witte terrier Ninety en voorgenoemde Rags pups en fokte verder met deze honden.

Deze kleine terriers werden ook Jones terriers genoemd. In deze tijd werden de kleine rode of black and tan terriers door verschillende mensen gefokt. Deze dieren werden een tijdlang Jones terriers genoemd. Later werden ze ook benoemd als de Cantabs terriers en de Trumpington terriers, tot het ras zijn definitieve benaming kreeg. Uiteindelijk werden de uiterlijke kenmekren uniformer, hoewel twee verschillende oorvormen bleven bestaan; staand en gevouwen. De Norfolk heeft gevouwen oren en de Norwich rechtopstaande oren.

In 1964 werden de honden apart erkend als twee verschillende rassen. De werkhondjes van weleer zijn nu gezelschap en showhond geworden. Dit ras is laag, compact en sterk. Gefokt om in groepen te jagen op konijnen en hazen. Ook ratten en ander ongedierte vangen behoorde tot zijn takenpakket. Hij was bijvoorbeeld een graag geziene gast in de paardenstallen, in tegenstelling tot zijn prooien. Als familiehond was de Norwich terrier ook steeds op zijn plaats.

Hij was zelf de mascotte van de studenten aan de universiteit van Cambridge.

Eigen wil


Deze kleine maar geharde hondjes zijn moedig, enorm intelligent en ongelooflijk liefhebbend. Ze kunnen assertief zijn, maar het is zeker niet typerend voor hen dat ze agressief, verlegen of onvriendelijk zijn. De Norwich terrier barst van de energie, hun actieve aard drijft hen dan ook voort.

Ze hebben een grote will-to-please, maar daarnaast hebben ze ook een eigen willetje. Hier moet je dan ook rekening mee houden in de opvoeding van dit kleine terriertje.

Schreeuwen is uit den boze, hier zijn ze overgevoelig voor.

Hij heeft een vriendelijke maar zeer consequente opvoeding nodig.

Ze gaan graag hun eigen gang maar leren snel.

Sterk karakter


Het zijn vrolijke en aanhankelijke honden die nergens bang voor zijn en ook niet snel zullen terugdeinzen voor gevaar.

Ooit zijn deze terriers gefokt voor de jacht op de vos en de das en daardoor van nature geschikt om het erf en het huis vrij te houden van ratten en ongedierte.

Naast een goede vriend heb je er dus een alerte waakhond aan. De Norwich terrier is eigenzinnig, volhardend en zeer verdraagzaam van aard. Deze terrier is aanhankelijk en wil graag samenwerken, maar het moet wel met uitdaging en vriendelijkheid gebracht worden.

Hij is robuust, uiterst vitaal en stoutmoedig, onverschrokken. Deze kenmerken bevestigen zijn sterke karakter. Door hun verleden ziet er nog heel wat jachtinstinct in de Norwich.

Als hij een spoor heeft gevonden zal hij er alles aan doen om de buit vast te krijgen. Is het in de tuin, dan zal hij de bloemen, planten en misschien zelf struiken wat herplaatsen. Gelukkig wordt deze overmoedige hond op latere leeftijd wat rustiger.

Behendigheid


Het is zeker niet te onderschatten wat beweging betreft. Het is niet omdat hij klein is, dat hij zonder dagelijkse lichaamsbeweging door het leven moet gaan. Iederen dag zijn poten kunnen strekken is crusiaal, anders wordt hij erg moeilijk in te tomen in huis. Het stadsleven bevalt hem prima, indien hij zich tijdens wandelingen voldoende kan uitleven.

Behendigheidspelletjes zijn dan ook een uitstekende uitlaatklep voor de Norwich, op deze manier ventileert hij zijn energie en leer je hem dingen aan. Hem een balletje laten ophalen en terugbrengen kan je proberen. Als ze er toevallig zin in hebben krijg je de bal misschien terug. Anders ga je hem zelf maar halen.

Vachtverzorging


De Norwich terrier is een ruwhaar. De dekharen zijn vrij hard van structuur voelen stevig aan en hebben een heldere kleur, De wolharen zijn zachter, korter en liggen tegen de huid aan. Ze zijn ook lichter van kleur. Wanneer de vacht rijp is staan de haren in alle richtingen in bosjes bij elkaar. Dna kan de vacht worden geplukt.

Dit gebeurt handmatig en moet eenmaal elke zes maanden gebeuren. Qua verharing heeft de norwich een blokverharing, Je moet hem dagelijks borstelen met een grove borstel of een speciaal in de handel terrierborstel.

Zijn poten bewerk je best met een grove kam. Een grote behandeling van zijn vacht gebeurt in de ruiperiode. Deze periode is goed te bepalen.

Als je merkt dat de hond wat haar gaat kwijtraken, kun je het beste een paar haren tussen duim en wijsvinger nemen en ze met een lichte draaing van de pols proberen los te trekken. Laat het haar makkelijk los dan is de vacht plukrijp.

Moet je echt trekken dan is de hond nog niet aan de trimbeurt toe en kun je beter wachten met plukken. Ga je te vroeg plukken dan moet je het haar lostrekken uit het haarzakje en irriteert daarmee de huid.Geen schaar

Een pasgeplukte hond is geen schoonheid. Het mooie komt pas met het natrimmen, een tot vier weken na de grote beurt.

Doordat de vacht eruit gehaald werd, reageert de huid en begint met het aanmaken van de wol. De nieuwe vacht zit dan na enkele weken onder de wollaag. Bij het natrimmen wordt de wollaag weggetrimd zodat de nieuwe vacht eronder tevoorschijn komt als korte diepglanzende haartjes.

In principe gebruiken we nooit een schaar of tondeuze bij ruwharige honden. Uitzonderlijk wordt er wel geknipt bij de geslachtsdelen, rond de anus en bij de voetkussentjes.

De voetjes worden rondgeknipt. Drie keer per week borstelen en kammen is voldoende.

100 % terrier


De Norwich heeft zonder twijfel voor de volle honderd procent terrierbloed door zijn aderen lopen. Alhoewel er een paar dingen zijn aan hem die niet zo typisch terrier zijn.

Zo is de Norwich bijvoorbeeld erg sociaal naar andere honden toe. Dit heeft te maken met zijn verleden, waar hij in een groep werd gehouden om te jagen. Een Norwich in een kennel houden is absoluut not done.

Ze zijn veel te afhankelijk van de liefde van hun gezin, waardoor ze in een kennel zouden wegkwijnen.

Blafferig zijn ze niet, alhoewel ze zullen waarschuwen indien iemand-een vreemde-hun terrein betreedt. De Norwich terrier is ook erg goed met (kleine) kinderen.

Als je ze van pup af in een gezin met kleine kinderen op laat groeien kunnen kind en hond heel goed samenleven. Je moet evenwel steeds en oogje in het zeil houden en de kinderen nooit alleen

bij de hond laten.