Auteur: Lobke Kwak met medewerking van Marian van Roon.
Eerst een stukje geschiedenis:
Frank 'Roughrider' Jones fokte twee rassen, die later de Norfolk Terriër en de Norwich Terriër werden genoemd.
Hij kruiste Staffordshire Terriërs, Bedlington Terriërs en andere kleine rode Terriërs, en hieruit ontstond een prima werkhondje.
De kleine hondjes jaagden alleen of in groep op knaagdieren of vossen.
Jarenlang bestond er geen rasstandaard en de honden waren van allerlei groottes en kleuren. Deze dieren werden een tijdlang de 'Jones Terriërs' genoemd; later nog de 'Cantab Terriër' en de 'Trumpington Terriër', tot het ras zijn definitieve benaming als 'Norfolk Terriër' kreeg.
Uiteindelijk werden de uiterlijke kenmerken steeds uniformer, hoewel twee verschillende oorvormen bleven bestaan, staand en gevouwen.
De Norfolk heeft 'hangende' oren en de Norwich 'rechtopstaande'.
In 1979 werden de honden apart erkend als twee verschillende rassen. De werkhondjes van weleer zijn nu gezelschaps- en showhond.
De standaard.
Voor je een hondje gaat trimmen moet je goed weten hoe de rasstandaard is en hoe je hondje gebouwd is.
De Norwich Terriër hoort bij de groep kleine kortbenige terriërs met een schofthoogte van maximaal 26 cm en ze wegen gemiddeld zo’n 6-8 kg. Dit is uiteraard afhankelijk van de grootte van je hondje.
Het is een gedrongen hondje met een sterke hals en een vrij diepe borstkas. De Norwich terriër heeft een korte rug en lendenen met een brede, sterke achterhand.
Het hoofd heeft een brede schedel met een duidelijke stop (dit is de overgang tussen de neus en het voorhoofd).
De oren zijn van gemiddelde grootte, ver uit elkaar, rechtopstaand. Het gangwerk van een Norwich Terriër hoort actief en stuwend te zijn.
De vacht van een Norwich terriër is hard, ruw, recht, liggend dicht bij het lichaam, dikke ondervacht.
Langer en ruwer op de nek voor de vorming van een kraag rond de kop.
Haar op hoofd en oren kort en glad, behalve lichte baard en wenkbrauwen. Buitensporig trimmen is ongewenst.
Dan komen we bij de verzorging.
De vacht van de Norwich terriër is makkelijk te verzorgen, maar dit dient wel regelmatig te gebeuren.
Eenmaal in de week borstelen en daarna uitkammen om te controleren op klitten.
Let daarbij vooral op de binnenkant van de voorpootjes en de oksels en de broek.
De broek is de achterkant van de achterpootjes.
Een Norwich terriër verhaart heel erg weinig, mits goed getrimd.
Ook kan een Norwich Terriër in bad.
Wel is dan aan te raden een goede shampoo te gebruiken welke geschikt is voor een ruwharige vacht. Vergeet ook vooral niet om goed uit te spoelen!
Het trimwerk.
Je kunt je Norwich terriër op verschillende manieren trimmen:
De laatste is de meest onwenselijke optie. Wel is het goed om dan te beseffen dat de vacht zal verkleuren en dat deze veel lichter van kleur zal worden en veel zachter van structuur.
Voor de optie knippen of scheren zou je alleen maar moeten kiezen als het hondje erg oud is en niet meer zo lang kan staan of ernstige last heeft van trimmerskoorts.
Trimmerskoorts is dat de hond na een plukbehandeling ernstige huidirritatie en soms zelfs huidontstekingen krijgt.
In geval van trimmerskoorts is het aan te raden de hond in een stripvacht te zetten en alleen te plukken als de vacht zeer plukrijp is.
Veel trimmers beweren dat een gecastreerde of gesteriliseerde norwich terriër niet meer geplukt kan worden.
Niets is minder waar. De hondjes krijgen alleen wat meer onderwol.
De methode van 1 keer per 6 maanden wordt plukken genoemd.
Bij deze methode gaat je hondje elke 6 maanden terug bij de trimsalon om alle bovenvacht (primaire haren) er af te plukken met de hand.
Wat er dan overblijft is het onderwol, oftewel de secundaire haren.
Het hondje komt dan in zijn/haar ‘ondergoed’ te staan.
De methode van 1 keer per 3-4 maanden wordt strippen genoemd.
Bij strippen worden er meerdere lagen in de bovenvacht gebracht.
Dit betekend dat uw hond nooit “in zijn onderwolletje” hoeft te lopen, maar altijd een ruw uiterlijk blijft houden.
Je krijgt dan een mooie opbouw van ongeveer 3 lagen: 2 lagen hard haar en een laag onderwol.
Het mooiste trimwerk krijg je door te plukken. Alle lange haren worden zoveel mogelijk weggeplukt.
Dit kan met je duim en wijsvinger (en hier kun je dan ook vingerlingen bij gebruiken) of een trimsteen of een trimmes.
Mijn voorkeur gaat niet uit naar een trimmes, omdat deze toch altijd de neiging heeft om te snijden.
Een bot trimmes werkt wel goed.
Probeer zo min mogelijk met een schaar te werken.
Alleen de voetjes en rond de anus en vagina/penis worden bijgewerkt met een schaar.
Als je een hondje gaat trimmen voor een show is het aan te raden de hond eerst goed te bekijken.
Hoe is het hondje gebouwd en hoe loopt het hondje?
Bekijk goed de eventuele fouten die het hondje heeft, zodat je hier met het trimmen rekening mee kan houden.
Dan het hoofd en de nek:
De oren worden aan de binnen en buitenkant geplukt met bijvoorbeeld een trimsteen.
Deze horen kort en netjes te zijn. Bij de ooraanzet trim je de oortjes niet te kort, helemaal niet als je een hondje hebt met een wat groter oor. Boven op de schedel moeten de haren kort getrimd worden met een overgang naar de wenkbrauwen en de ‘baard’. Tussen de ogen worden de lange haren ook weggeplukt om zo een mooie overgang tussen neus en schedel te krijgen.
Vervolgens maak je een mooie overgang tussen het korte haar op de schedel en het langere haar bij de nek. Onder de hals worden lange haren weg geplukt. Dit zorgt voor een mooie halsbelijning en laat de ruff (ook wel kraag genoemd, zie vooraanzicht Norwich Terriër) dan ook duidelijker zien. Verder maak je een mooie overgang naar het borstbeen en de schouder.
De toplijn:
Zorg ervoor dat je een mooie strakke toplijn maakt. De toplijn is de hals-rugbelijning. Let op voor het stukje voor de staart. Door de staartdracht duwt de staart hier het haar omhoog. Dit moet dan ook iets korter als de rest van de rug.
De staart en de billen:
Maak de staart netjes door alle lange haren aan de boven en zijkant weg te halen. De onderkant van de staart hoort een stuk korter te zijn. De staart hoort een wortelvorm te hebben.
De haren bij de anus mogen weggeknipt worden. Let er wel op dat je dan een mooie overgang maakt naar de billen. Een overgang hoort geleidelijk over te lopen en niet te scherp te zijn. Je hoort dus geen duidelijke lijn te zien.
Je haalt er een laag haren uit zonder er ook gat in te maken.
Let bij een reu ook op de haren aan het puntje van zijn penis en bij een teef de haren uit de vagina. Trim deze netjes weg, dit kan met de schaar.
Dit lijkt veel netter en is ook beter schoon te maken.
De achterhand:
Hier is de hoeking van de achterhand heel belangrijk. Bij een wat steile achterhand laat je op plekken de haren wat langer zodat het lijkt dat de hond een goede hoeking heeft.
Het voetzooltje wordt met de schaar mooi rond geknipt en het haar tussen de voetkussentjes wordt ook geknipt.
De voorbeentjes:
Aan de bovenkant van het voorbeentje trim je de ellebogen wat korter en verwijder je alle lange haren aan de punt van de elleboog. Dit is vooral belangrijke als het hondje wat met zijn ellebogen naar buiten loopt en voor de hondjes die dit niet hebben lijkt het veel netter. Als de voetjes wat naar buiten draaien, knip je het voetje kort aan de buitenkant en wat langer aan de binnenkant. Alhoewel je het weleens in de showring ziet, een Norwich heeft geen rok onder zijn/haar buik. Ook hier haal je de lange haren weg.
Het meest handige is om het hondje even aan zijn beide achterbeentjes op te tillen en dan het buikje te plukken.
Wel wordt er bij een Norwich terriër die wat hoger op zijn/haar beentjes staat ervoor gekozen om meer haar onder de buik te laten staan.
Alhoewel je het weleens in de showring ziet, een Norwich heeft geen rok onder zijn/haar buik. Ook hier haal je de lange haren weg. Het meest handige is om het hondje even aan zijn beide achterbeentjes op te tillen en dan het buikje te plukken.
Wel wordt er bij een Norwich terriër die wat hoger op zijn/haar beentjes staat ervoor gekozen om meer haar onder de buik te laten staan.
Raak vooral niet gefrustreerd en oefening baart kunst! Succes!!
De N.N.T.C is opgericht 9 mei 1993. Ingeschreven in de KvK onder nr. 40.531.679